Dit rapport bespreekt de uitkomsten van een onderzoek naar wat de Omgevingswet gaat betekenen voorde interbestuurlijke samenwerking in Flevoland. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van derekenkamers (c.q. rekenkamercommissies) van de provincie Flevoland,1 het Waterschap Zuiderzeeland en de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad en Noordoostpolder.
Uitgangsvraag van het onderzoek is: hoe gaan de drie bestuurslagen in Flevoland – provincie, gemeenten en waterschap – na de inwerkintreding van de Omgevingswet gezamenlijk oplossingen vinden voor complexe vraagstukken die de inrichting van de leefomgeving raken? Die vraag is relevant, want de Omgevingswet schrijft voor dat alle decentrale bestuursorganen in een regio bij het afhandelen van omgevingsvergunningen met elkaar gaan samenwerken als één overheid. Dit betekent dat de overheden ieder over de muren van hun eigen taken moeten gaan kijken en hun beleid voor de fysieke leefomgeving op elkaar moeten afstemmen.
We beschrijven in dit rapport hoe de zes in het onderzoek betrokken Flevolandse overheden op dit moment met elkaar samenwerken, hoe ver ze zijn met de implementatie van de Omgevingswet, hoe de rol van hun (volks)vertegenwoordigers2 er straks gaat uitzien en op welke aspecten er knelpunten zijn te verwachten.